Algemeen.  De plaats waar Dinant ligt, was altijd al een strategisch belangrijke plaats; het hoeft dan ook niet te verbazen dat op de plaats van de huidige citadel al in het midden van de 11e eeuw een burcht werd gebouwd.  In haar huidige vorm dateert de citadel echter pas van 1821, wanneer ze door de Hollanders werd gebouwd.  De citadel is te bezichtigen en er is een museum in gevestigd.  Je hebt er bovendien een mooi panoramisch zicht op de stad en de Maas die aan haar voeten liggen.

Geschiedenis in het kort.  Rond 1040 bouwde de prins-bisschop van Luik hier de eerste burcht ter verdediging van Dinant, dat toen aan de grens lag met het vijandelijke graafschap Namen.  Rond dezelfde periode werd overigens ook de burcht van Crèvecour gebouwd door de graaf van Namen, op de tegenovergestelde oever van de Maas (in het stadje Bouvignes-sur-Meuse).  Gedurende lange periode kwam het geregeld tot conflicten tussen de beide steden.

In 1466 werden de stad en de burcht van Dinant door de troepen van Karel de Stoute verwoest.   De burcht werd in het begin van de 16e eeuw terug opgebouwd door Everard van der Marck, toenmalig prins-bisschop van Luik.  Nadien werd het nog verschillende keren verbouwd.  In 1675 werd Dinant door de troepen van Lodewijk XIV veroverd.  De stad werd door de Fransen bezet tot 1698.  Tijdens die periode werd het kasteel aangepast volgens de plannen van niemand minder dan Vauban.  Bij hun vertrek in 1698 ontmantelden ze wel eerst alle versterkingen.

Tussen 1815 en 1830 stond het huidige België onder Hollands bewind.  De Hollanders maakten onmiddellijk werk van de verdediging van hun nieuwe zuidelijke landsgrenzen en de bouw van de huidige citadel pastte in deze plannen.  Het fort werd tussen 1818 en 1821 gebouwd volgens het natuurlijke verloop van de uitstekende rots, waardoor het een vorm van een hoefijzer heeft.  Het bestaat uit verschillende overdekte galerijen met schietgaten van waaruit kanonnen de vallei van de Maas onder vuur konden nemen.  Eén van de galerijen had kanonnen die vast gericht stonden op de brug, waardoor ze die konden beschieten van zodra het nodig was.  Het fort was echter kwetsbaar wanneer het vanaf het plateau werd aangevallen.  Ter bescherming werd een voorfort gebouwd dat gescheiden was van de eigenlijke citadel door een droge gracht van ongeveer 5 meter diep.  De citadel kon bij een aanval echter een dodelijke val worden voor zijn verdedigers want de enige ontsnappingsroute richting de stad was langs een trap die onder direct vuur van de vijand lag.

Bij de onafhankelijkheid van België, werd de citadel overgenomen door het Belgisch leger maar lang heeft het niet gediend als legerbasis.  Omdat het concept van het fort voorbijgestreefd was, werd het in 1878 verkocht aan particulieren, die het openstelden voor het publiek.  Tijdens de twee wereldoorlogen werd de citadel bezet door de Duitse troepen.

Museum.  De citadel is te bezoeken.  Gidsen zijn ter beschikking en er is een museum in onder gebracht.  Naast de kanonnen en versterkingen is er het volgende te zien: het cachot (de gevangenis van de kazerne), een guillotine en een vadermoordtafel (waarop de hand waarmee een vadermoord werd gepleegd werd afgehakt voordat de dader onder de guillotine terecht kwam),  de Hollandse smederij, de keuken, de bakkerij, een slaapzaal, een wapenmuseum en opstellingen over de geschiedenis van het fort zelf.  Daarnaast werden ook een aantal ruimtes ingericht als loopgraven uit de Eerste Wereldoorlog.   

Hoe te bereiken.  Rechts van de kerk is een kabelbaan die je in een mum van tijd naar het fort brengt.  Sportievelingen kunnen ook de oude trap nemen.  Via het plateau kun je er met de auto ook raken via de Chemin de la Citadelle.

Foto 1: Ingang van de citadel
Foto 2: Overdekte gang
Foto 3: Binnenplaats
Foto 4: Geschutsstand
Foto 5: Keuken van de citadel
Foto 6: Slaapzaal